3 november 2015

Slangenkuil

Sinds ik politiek actief werd, zijn verjaardagen bij uitstek de gelegenheden om verantwoording af te leggen. Deze of gene schuift dan wat vertrouwelijk naar je toe en zegt zoiets als: ‘Hoe is die burgemeester nou echt? Hoe is het nu om in de raad te zitten?’

Ik merk dan dat men het beeld heeft, dat wij elkaar de tent uit vechten, ruziën over details en elkaar vooral vliegen af vangen. Een soort slangenkuil dus.

Vaak hoor ik dan de verzuchting: ‘Dat zou ik niet kunnen hoor, zo steeds elkaar in de haren zitten’. Ik antwoord dan, dat ik dat beeld ook wel had toen ik eraan begon en daar wel tegenop zag, maar dat het er in de raad meestal harmonieus toegaat. Toch is het beeld dat mensen hebben: politiek is geharrewar, vaker dan ooit treden burgemeesters en wethouders af vanwege ‘gedoe’ en verstoorde verhoudingen. Er komen steeds meer splinterpartijtjes, vaak ook weer na ‘gedoe’. Helaas is dit ook onze stad niet voorbij gegaan.

Maar van binnenuit zie ik iets anders: we trekken als raad, college en ambtenaren elke periode weer intensief met elkaar op doordat je elkaar steeds tegenkomt bij de vele, soms lange vergaderingen, bijeenkomsten en excursies; we leren elkaar goed kennen in de wandelgangen en gaandeweg deel je veel met elkaar.

In het debat gaat het er dan soms scherp aan toe, maar uiteindelijk moet het belang van de stad ons doel zijn. In een slangenkuil is het ‘ieder voor zich, eten of gegeten worden’. In de politiek is het besef essentieel dat we met elkaar het belang van de stad moeten dienen: als raadslid of raadsfractie kun je het niet in je eentje doen, je hebt anderen nodig. Als er in de raad de sterke wil is om samen op te trekken en zo tot een goed resultaat te komen, zal de stad daar de vruchten van plukken. Zo heb ik het in Gorkum vaak ervaren en hopelijk kunnen we dat behouden.

Marjo Molengraaf
Fractievoorzitter