14 juli 2015

Perspectiefnota behandeling 2015

De aanloop naar de behandeling van deze Perspectiefnota is zelden zo omgeven door hectiek: het bijna faillissement van het plaatselijke theater met alle opwinding die erover is ontstaan, gespannen verhoudingen in de regio, maar ook in dit huis én een plotsklaps vertrekkend burgemeester. Als klap op de vuurpijl valt de D66 fractie uit elkaar waardoor de coalitie een minderheid heeft en de raad uit een ongekend aantal fracties gaat bestaan. GTST is er niets bij.

Ondanks al deze onrust is de zeer leesbare PPN wat ons betreft één is om in te lijsten. Niet alleen omdat we mooie zwarte cijfers schrijven en de algemene reserve en ook het weerstandvermogen van Gorinchem sterk stijgen.

Een meerjarig positief saldo terwijl veel aanvragen gehonoreerd worden is toch wel bijzonder en één van de tekenen, die erop wijzen, dat we heel langzaam door de crisis heen beginnen te komenUit de meicirculaire blijkt dat de budgetten voor de zorg vrijwel onaangetast blijven en dat geeft meer ruimte voor belangrijke investeringen die voor de toekomstige ontwikkeling van onze stad hard nodig zijn.

Ook uit de jaarstukken over 2014 komt een positief beeld naar voren. De algehele voortgang in het afgelopen jaar stemt tot tevredenheid, als we zien dat Gorinchem voldoende voorbereid de operatie van de drie decentralisaties is ingegaan en volgens de Transitiecommissie Sociaal Domein complimenten verdient vanwege o.a de goede zorgcontinuïteit en samenwerking tussen verschillende partijen. Daarmee zijn we er nog niet, maar het goede begin is er. Daarnaast valt uit de stukken over 2014 op dat er voortgang op alle speerpunten gemeld wordt en we financieel in control zijn.

Voor mijn fractie is het ook duidelijk, dat er kanttekeningen geplaatst moeten worden bij de florissante cijfers: de investeringen die wij van groot belang voor de stad achten voor de toekomst vragen forse bedragen, daarnaast is een buffer voor rentestijgingen en afbouw van de schuldpositie voor ons prioriteit

Al deze zaken kunnen, volgens de cijfers, die we nu voor ons hebben liggen, weer aandacht krijgen en dat is goed nieuws voor de stad. En eerlijk gezegd is het, na jaren van slecht nieuws, ook gewoon fijn om te zien dat de opgaande lijn ingezet is.

Tijdens de presentatie van de PPN werd een aantal keer gezegd, dat we van rentevoordelen aan elkaar hangen. Dit komt goed naar voren als we het saldo van de Eerste Tussenrapportage onder de loep nemen:

De grootste meevallers zijn incidenteel, nl de algemene uitkering uit het gemeentefonds die hoger uitvalt( 646.000 €) en de rentevoordelen ( bij elkaar ruim 900.000 €).

Hierin zit dan ook direct een relativering van de mooie cijfers: bij rentestijgingen( die zeer aannemelijk zijn, want lager kan haast niet) heeft Gorinchem met een weliswaar iets teruggebrachte, maar nog altijd forse schuld van 171€ een probleem:1% rentestijging = 1,7 miljoen.

En nog altijd geldt, dat de we zonder de volledige uitvoering van de bezuinigingsoperatie in de min terecht zullen komen.

In dezelfde Eerste Turap zien we de tendensen doorzetten: voortgang op alle speerpunten waarbij wij de volgende highlights willen benoemen: het onderzoek naar de fietsbrug bij de A27 ,daling van het aantal woninginbraken zet door, ontwikkeling van het Milieubeleidsplan, waarvan het interessant zou zijn eens een presentatie in de raad te hebben en de start van de bouw van BS Schuttersplein.

Wij zien ook wel spanning in de voorgenomen bezuinigingen op de uitvoeringsprogramma’s voor preventieve gezondheidszorg, dat lijkt ons haaks te staan op de uitgangspunten van de 3D’s. Maar wellicht wordt de besparing gerealiseerd door de programma’s kritisch door te lichten op effectiviteit. Slimmer samenwerken kan ook veel opleveren en in dat kader willen wij aandacht vragen voor een project van Gorinchem Beweegt i.s.m RSD, Rivas en sportverenigingen waarbij cliënten van de RSD onderhoudsklussen gaan uitvoeren voor de verenigingen: zij vergroten zo de kans op reintegratie én er wordt een oplossing geboden voor het tekort aan vrijwilligers.

De stukken geven reden tot tevredenheid en optimisme, waarbij wij het ingezette beleid door willen zetten om Gorinchem voor de toekomst financieel gezond te maken. In de PPNota zit wat ons betreft de goede lijn:

We blijven voorzichtig opereren vanwege risico’s die er altijd nog zijn en we wenden de financiële ruimte die er ontstaat aan om te investeren en schuld af te lossen. 

Allereerst investeren in de infrastructuur waarbij m.n de aantakking van bedrijventerrein Grote Haar/Gorinchem-Noord enorme kansen zal gaan bieden. Eindelijk komt er zicht op het ontwikkelen van dit gebied en dat zal een enorm positief effect op de werkgelegenheid en huizenmarkt hebben, naast het feit dat we de lasten van deze grondexploitatie eindelijk zullen zien verminderen.

Daarnaast zal het verbeteren van de fietsinfrastructuur door de aanleg van een fietsbrug op provinciaal niveau en door het opheffen van de missing links op stadniveau de doorstroming bevorderen. Het feit dat ook station Papland weer in beeld komt bij de ontwikkeling van Gorinchem Noord stemt ons zeer tevreden, immers van groot belang om de MerwedeLingelijn te optimaliseren en ook richting Geldermalsen tot een hogeren frequentie treinen te komen.

Daarnaast wordt wat ons betreft een lang gekoesterde wens vervuld door de voorgestelde afbouw van onze schulden.

Als we dan de wensen van de PPNota langslopen, hebben we de volgende opmerkingen:

De raadsopdracht binnenstad/stadspromotie staat op pm. Verschillende scenario’s zijn denkbaar, maar uitgangspunt zou moeten zijn om met andere partijen de kosten gelijk te verdelen. Als we dan zien dat er zo’n 30.000 euro aan precariobelasting binnen komt per jaar en we zouden van een wat ambitieuze doelstelling uit willen gaan, overvragen we ondernemers in de stad. We zijn nog niet erg onder de indruk van concrete doelstellingen en wat ons betreft zou ook echt vastgesteld moeten worden hoe lang de polsstok is en of we alle betrokkenen goed mee nemen. Wij zien bijvoorbeeld steeds meer wildgroei aan terrassen ten koste van parkeerplekken. Daarbij kun je je afvragen of dit dan de aantrekkelijkheid van de binnenstad vergroot. 

We vinden de investering in het wijkgericht werken een goede, zeker nu we bezig zijn deraadsopdracht participatie, deregulering, werken aan morgen en right to challange vorm te geven. Een R.O die wat ons betreft een permanent en doorlopend karakter heeft, maar toch echt een kortere en pakkende naam zou moeten hebben: de wijk aan zet?

Continueren inzet wijkcoach: dit is veel geld waarbij volstrekt onduidelijk is wat er voor gedaan wordt. Wij zouden dit inzichtelijk willen hebben, voordat dit budget wordt vastgesteld. Zijn er toetsbare doelen gesteld?

Ronduit moeite hebben we met de frictiekosten theater: het is geen geheim dat wij vinden dat er al meer dan genoeg geld voor is uitgetrokken en het bijna direct subsidiëren van professionele voorstellingen wil er bij ons niet in. We vragen van veel partijen en instellingen om binnen de financiële kaders te blijven, maar het theater niet? Wat ons betreft snappen we de argumenten om met extra voorstellingen de loop erin te houden en de nieuwe exploitanten een goede start te geven. Wat ons betreft zijn nu eerst Drijver en Partners en de stad zelf aan zet: het infuus vanuit het stadhuis moet echt losgekoppeld gaan worden! De presentatie van deze week geeft o.i aan dat de marges smal zijn, maar niet persé onhaalbaar.

Kijkend naar de raadsopdrachten en grotere beleidsstukken in het algemeen is er bij mijn fractie wel behoefte aan overzicht. Verschillende werkgroepen zijn her en der bezig, maar de planning en samenhang dreigt wat ondergesneeuwd te raken. Wat ons betreft zou een mooi spoorboekje raadsopdrachten en beleidsstukken, waarin het college laat zien waar het mee bezig is en hoe de raad meegenomen wordt, in een behoefte voorzien. Het zou onze  kaderstellende rol versterken. 

Tot slot willen wij ingaan op de Grondexploitaties. We begrijpen dat er om financiële redenen bijstellingen plaatsvinden, die naar de toekomst toe echter zeer nadelig kunnen zijn. Tenslotte bouwen we voor de komende decennia en moet er ook visie voor zo’n lange termijn zijn. In het oorspronkelijke bestemmingsplan Hoogdalem zijn wat betreft de voorzieningen verwachtingen  gewekt bij zowel kopers als bedrijfsleven. Plan was ook om de onbalans die Gorinchem-Oost kent op dit punt door de invulling van het middengebied op te heffen. Een winkelcentrum van omstreeks 11.000m2 is ook aantrekkelijk voor de regio. Het bedrijfsleven zou vanwege die aantrekkingskracht willen investeren. Nu het college voornemens lijkt het plan te willen bijstellen naar 6.000m2 en het brede aanbod er niet zal komen, is dat een breuk met verwachtingen die zijn gewekt. 2 winkelstrips (Nieuw dalem + Hoog dalem) i.p.v. 1 aantrekkelijk winkelcentrum met een breed aanbod en Gorinchem Oost haar winkelcentrum ontnemen waarbij  verpaupering van Nieuw Dalem op de loer ligt, is geen beleid waar de CU-SGP zich in kan vinden.  Toekomstbestendig bouwen in fases is een beter alternatief.

Voor Mollenburg is er nu een plan van de projectontwikkelaar, dat haalbaar lijkt. Dat is mooi, want dan raken we van onze grond af. Of moeten we hier toch anders naar kijken? Het plan omvat 45 eensgezinswoningen, circa 87 2 onder 1 kappers en ruim 25 vrije sectorkavels. Maar wat is de behoefte ook op de langere termijn van de Gorcummer? Het woononderzoek wat ten grondslag ligt aan Woonagenda 2.0 benoemt een tekort aan eensgezinswoningen. Geen tekort aan 2 onder 1 kappers en ook niet aan vrijstaande woningen. Dat kan ook niet: Hoog Dalem voorziet aan deze behoefte. De trend is dat steeds meer mensen langer single blijven en bij gebrek aan geschiktere woningen in de markt zijn voor de eensgezinswoningen. Wij willen het college vragen te kijken of er op Mollenburg mogelijkheden te vinden zijn voor goedkope starterswoningen voor singles. 

De PPnota 2016-2019 bevat zoveel van onze politieke lijn, dat wij geen verdere behoefte hebben aan moties of amendementen. Blijven werken aan een financieel gezonde stad, waar het goed wonen en werken is, juist ook voor de generaties na ons, zien wij als onze verantwoordelijkheid. We wensen college, raad en ambtelijke organisatie daarbij Gods zegen toe.